Kigali, de hoofdstad van Rwanda, ligt in het midden van het land en strekt zich uit over veel, groene heuvels. Het voelt absoluut niet aan als een grote stad, maar als kleine dorpjes die aan elkaar gegroeid zijn, met veel ruimte en groen ertussen, en met veel uitzichten vanaf de verschillende heuvels. Daarbij komt dat Rwanda heel erg schoon en opgeruimd is. Men gebruikt geen plastic zakjes, gooit geen rommel op de grond, en er zijn zelfs stoepen naast veel wegen. Een erg prettig stad om enige dagen in te verblijven.

Via via hadden we een uitnodiging gekregen van Sam & Amy, twee Britten die in Kigali wonen en werken, om bij hen te logeren. Niet alleen waren dit erg leuke mensen waar we leuke gesprekken mee hadden, ze hadden ook een heel relaxed en ruim huis, waar we een eigen kamer en badkamer hadden. En ze hadden een wasmachine die we konden gebruiken. Eindelijk weer een machine om de was te doen! 🙂

Naar de kerk

Op zondagochtend gingen we met Sam & Amy mee naar hun kerk, een engelstalige kerk met veel lokale en ook wat internationale mensen: een positieve ervaring. De dienst was erg gestructureerd (precies 1,5 uur), maar het blijft natuurlijk Afrika als er opeens grote rookwolken uit het keyboard komen en deze met spoed afgevoerd wordt (terwijl het zingen gewoon door gaat) 😉

IMG_2850

Kigali Genocide Memorial

’s Middags zijn we naar de Genocide Memorial geweest.

Kigali Genocide Memorial

Kigali Genocide Memorial

Veel “toeristische attracties” in Rwanda gaan over de genocide van 1994 (hoewel ze vooral voor de lokale bevolking zijn, ter herinnering); plaatsen waar massaal Tutsi’s en gematigde Hutu’s zijn geslacht, gedenktekens, kerken. Het Genocide Memorial in Kigali is een museum waar het verhaal van de genocide in 1994 wordt verteld: de aanloop die al vóór de Rwandese onafhankelijkheid van België in 1962 begint, de verschrikkelijke gebeurtenissen in de 100 dagen vanaf de avond van 6 april 1994 tot de bevrijding half juli, en het herstel van Rwanda daarna. Citaten, beelden van overleden kinderen, en displays met eigendommen en botten van slachtoffers geven een klein beetje een beeld van hoe erg het was; maar het blijft onvoorstelbaar.

DSC_0568 DSC_0567

Muren met foto's van vermoorde Rwandezen

Muren met foto’s van vermoorde Rwandezen

Voorwerpen en botten van enkele slachtoffers

Voorwerpen en botten van enkele slachtoffers

Aangrijpend was een ruimte met foto’s van kinderen, sommigen slechts peuters, met borden ernaast met informatie als “lievelingseten”, “beste vriend(in)”, en vervolgens “doodsoorzaak”, dat laatste met gruwelijkheden als “doodgeknuppeld”, “doodgehakt met een machete”. Wat voor een haat mensen ertoe kan drijven om zelfs kleine kinderen in koelen bloede te vermoorden gaat ons hoofd echt te boven.

DSC_0574
DSC_0575
DSC_0576
DSC_0577

Ondanks alle gewelddadigheden was en is er een bewustzijn bij de mensen dat wraak niet de oplossing is. En gelukkig hebben ze na de genocide ook een mooi systeem opgezet om gerechtigheid te brengen aan de slachtoffers en de daders de kans te geven vergeving te vragen en te laten helpen met de wederopbouw van het land.

DSC03749

Prachtig

Wat ons trof, was dat de genocide 100 dagen duurde, maar dat de gevolgen van de genocide nog wel 100 jaar voelbaar zullen blijven. Veel mensen hebben iemand vermoord zien worden. Vrouwen zijn verkracht. Ontelbare kinderen zijn wees geworden en groeien zonder ouders op. Iedereen moet weer leren vertrouwen: als je mensen vermoord hebt zien worden door buren en zelfs vrienden, wie kan je dan nog vertrouwen?

Ntarama Memorial

Op maandag wilden we voor twee dagen naar Huye gaan, een stad in het zuiden, met enkele bezienswaardigheden. Maar omdat er een modderstromen en rivieroverstromingen waren, was de weg ten westen van Kigali volledig afgesloten van de rest van het land. Alles lag stil: allemaal wachtende mensen bij het busstation en de supermarkten misten een groot deel van hun producten omdat dit niet aangeleverd kon worden. Dus Huye ging niet door voor ons en we besloten voor een kort tripje naar Ntarama te gaan.

Ntarama Church

Ntarama Church

Vlakbij Ntarama, 20km ten zuiden van Kigali, staat een kerkje waar op 7 april 1994 (de start van de genocide) duizenden mensen heen vluchtten om te schuilen voor de Hutu-milities. Ze zijn allemaal vermoord. Het kerkje is nu een gedenkplaats.

De kerkzaal

De kerkzaal met kapotte ramen

In het gebouwtje van de zondagsschool is nog de donkere plek te zien van het bloed waar jonge kinderen tegen de muur te pletter zijn geslagen…

Zondagschool

Zondagschool

DSC_0590 DSC_0589

De kleren en eigendommen van de slachtoffers zijn bewaard. De enorme hoeveelheid ervan geeft nog een kleine indruk van om hoeveel mensen het gaat.

Eén van de verzamelingen kleding van de slachtoffers

Eén van de verzamelingen kleding van de slachtoffers

Na het bezoeken van twee genocide-sites hadden we wel even genoeg gehad, hoewel er nog veel meer plekken zijn die je kunt bezoeken.

Sightseeing

Op dinsdag ging Frans te voet de stad verkennen, terwijl Anneke achterbleef in het huis om te relaxen.

Overheidsgebouwen zijn meestal vrij indrukwekkend, maar die van Kigali vielen wat tegen.

Parlementsgebouw van Rwanda

Parlementsgebouw van Rwanda

Je kan niet echt dicht bij komen vanwege de beveiliging, maar Frans las later dat er aan de zijkant van het parlementsgebouw nog gaten zijn te zien van mortieren e.d. van de genocide in 1994.

Er worden veel nieuwe gebouwen uit de grond gestampt, met soms wat opvallende architectuur…

DSC_0603

De volgende dag gingen we samen lunchen met uitzicht en vervolgens naar het centrum van Kigali. Daar bezochten we het monument ter ere van tien VN-Belgen die aan het begin van de genocide vermoord zijn (om te zorgen dat de VN zich zou terugtrekken uit Rwanda, en met succes).

DSC_0607

Lunch met uitzicht

DSC_0616

Monument voor de tien Belgen die zijn omgekomen in 1994

DSC_0615

Gebouw in oorspronkelijke staat waar de Belgen zich nog enkele uren hebben kunnen verdedigen tegen honderden vijanden

 

De laatste dag hebben we rustig aan gedaan en zijn we aan het einde van de middag naar het vliegveld gegaan, voor de laatste keer achterop een motor, om naar Johannesburg te vliegen!

In het westen van Rwanda, op de grens met de Congo, ligt Lake Kivu, 89km lang en tot wel 480m diep. Het meer ligt op een breuklijn en heeft daardoor een hoge concentratie opgelost koolzuurgas. Uit onderzoek blijkt dat dit ongeveer eens in de duizend jaar resulteert in massale sterfte rond het meer als al het CO2 in één keer naar de oppervlakte komt en leidt tot een verstikkingsdood in alle levende wezens in de omgeving. Ditzelfde fenomeen veroorzaakte in 1986 in Lake Nyos in Kameroen de dood van 1.700 mensen en 3.500 dieren.

Los hiervan is het meer een mooie plek om te ontspannen en te genieten van de natuur. Er zijn twee plaatsjes aan het meer waar faciliteiten voor toeristen zijn, Gisenyi aan het noordelijke deel van het meer en Kibuye, ongeveer 45 km (hemelsbreed) ten zuiden daarvan. Ons plan was om de bus van Musanze naar Gisenyi te nemen, en dan meteen door te reizen naar Kibuye, wat ons de meest pittoreske en minst toeristische van de twee plaatsjes leek.

De bussen in Rwanda waren een verademing! Ze hebben bussen die een tussenmaat hebben tussen minibusjes en grote bussen, waar ongeveer 25 personen in kunnen. Iedereen krijgt een eigen stoel met voldoende beenruimte en ze worden niet meer dan vol gestopt. Op het busstation zitten allerlei kantoortjes waar je langs kunt lopen en informatie kunt krijgen en kaartjes kunt kopen. Meestal gaat er elk half uur wel een bus naar de juiste bestemming, de prijzen en tijden staan op een bord, en je krijgt een kaartje, waarbij ook direct je stoel elektronisch wordt gereserveerd, zodat als er ergens anders nog andere mensen willen instappen dit geregistreerd wordt. Daarbij zijn de wegen, ondanks de vele bochten (Rwanda is erg heuvelachtig), van goede kwaliteit. Heerlijk!

Gisenyi

Lake Kivu

Lake Kivu

We waren vroeg begonnen om nog op tijd in Kibuye aan te komen; de hele reis zou iets van 6 uur in beslag nemen. We stapten tegen 10 uur uit in Gisenye. Daar bleek echter dat er geen directe bussen naar Kibuye meer waren. We hadden gelezen dat de directe route, die vrij dicht langs het meer leidt, erg mooi was. Alternatief was om eerst naar Muhange, twee uur ten oosten van Kibuye te reizen, en dan door te gaan naar Kibuye. We hebben nog rond gevraagd of er echt geen bussen, taxi’s of wat dan ook waren die de toeristische route namen, maar de enige bus blijkt ’s ochtends om 7 uur te vertrekken. Anneke vond nog een taxi die ons wel voor het “luttele” bedrag van $150 wilde brengen, uiteindelijk omlaag onderhandeld naar $95, wat we nog steeds veel te veel vonden. (Ze hebben een beetje een vreemd idee van wat normale prijzen zijn voor toeristen.)

Het strand bij Gisenyi

Het strand bij Gisenyi

Dus we besloten om maar een nachtje in Gisenyi door te brengen. Aan het meer zit een hostel waar we besloten te kamperen. Daar kwamen we ook weer Jon uit de VS tegen. Jon hadden we ontmoet in het hostel in Fort Portal in Uganda, en sindsdien kwamen we hem telkens tegen.

Na een lekkere lunch bij het hostel zijn we naar het meer gelopen. Niet het mooiste strand dat we ooit gezien hebben, en de temperatuur was er niet echt naar om te zwemmen, maar het was wel leuk om de lokale bevolking bezig te zien.

De lokale bevolking aan het zwemmen en genieten van het meer

De lokale bevolking aan het zwemmen en genieten van het meer

Terwijl we daar rondliepen kwam er opeens een ontzettend schattig meisje van een jaar of drie naar Anneke rennen die haar armen om haar benen sloeg alsof het haar moeder was. Echt heel grappig. De vader bleek verderop te staan dus die hebben we even hallo gezegd en dat hij een hele leuke dochter heeft.

Anneke wordt enthousiast begroet door een Rwandees meisje

Anneke wordt enthousiast begroet door een Rwandees meisje

Inmiddels kwamen er donkere wolken aan, dus we gingen terug. We waren net op tijd voordat het begon te stortregenen. Ons tentje is al eerder gebleken niet helemaal waterdicht te zijn, dus we hoopten dat dat goed zou gaan. Na urenlange regen bleken er inderdaad wat plasjes water in de tent te liggen, op Annekes matje en op Frans z’n slaapzak. Anneke heeft binnen haar matje weer redelijk droog gekregen en Frans heeft ’s nachts in een klamme slaapzak geslapen die in de ochtend weer droog was. Dat is kamperen voor ons in het regenseizoen.

Donkere wolken...

Donkere wolken…

Kibuye

De volgende ochtend ging de wekker vroeg; we moesten immers om 7 uur op het busstation zijn om de bus naar Kibuye te pakken. In recordtempo (binnen een uur) hebben we onze spullen ingepakt en de tent afgebroken en we hadden zelfs nog tijd voor een snel fruitontbijtje. Op het busstation stonden al mensen op de Kibuye-bus te wachten, dus wij voegden ons bij hen. Het werd zeven uur… Kwart over zeven… Toen vertelde één van de wachtende mensen ons dat de bus niet zou gaan: er waren technische problemen. We besloten het nog even af te wachten, maar er kwam inderdaad geen bus.

Met behulp van de man die ons eerder had verteld dat de bus niet ging, zijn we toen alsnog via Muhange naar Kibuye gegaan; de route die we de dag ervoor niet hadden willen nemen. Maar we zagen het ook niet zitten om nóg een dag in Gisenyi te blijven met het risico dat de bus de volgende dag wellicht weer niet zou gaan.

Kibuye was prachtig mooi. We hadden in onze reisgids een hotelletje gevonden met een Franstalige naam, en toen we aan kwamen lopen waanden we ons meteen in de Ardennen.

Hotel Hôme St. Jean

Hotel Hôme St. Jean

Het hotel was comfortabel, had prachtig uitzicht, een goed restaurant en goede WiFi, en er is niet heel veel te doen in Kibuye, dus we konden hier lekker ontspannen. Uiteindelijk zijn we hier vijf nachten blijven hangen. Heerlijk om even niets te hoeven en dat met zulk mooi uitzicht!

Uitzicht over Lake Kivu vanaf hotel Hôme St Jean in Kibuye

Uitzicht over Lake Kivu vanaf hotel Hôme St Jean in Kibuye

Lake Kivu bij Kibuye

Lake Kivu bij Kibuye

Otter in het meer

Otter in het meer

Roze libelle

Roze libelle

In het dorpje zat een restaurant “Chez Maman Joyce” met lopend buffet waar je voor 1000 Rwandese Franc (€1,15) een heel bord met eten kon krijgen, en nog lekker ook! Hier zijn we dus wel een paar keer geweest 🙂 De eigenaresse (vermoedelijk Maman Joyce zelf) was blij om ons telkens terug te zien komen. En wij vonden het wel prettig om meteen te kunnen eten, want bij andere restaurants in het dorp (inclusief dat bij ons hotel) duurt het meestal meer dan uur voordat je je bestelling hebt.

Eén ochtend zijn we gaan varen op het meer, in een houten kano net zoals de locals gebruiken, die we voor 10.000 franc een ochtendje konden lenen. Dat was flink aanpoten, vooral voor Frans, die achterin zat en dus de “motor” was.

Varen op Lake Kivu

Varen op Lake Kivu

Varen op Lake Kivu

Varen op Lake Kivu

Het was prachtig weer, dus we hebben de kano aangelegd op een klein eilandje en zijn lekker gaan zwemmen.

Land in zicht!

Land in zicht! Het eilandje waar we aangelegd hebben.

Aanleggen op een eilandje in Lake Kivu

Aanleggen op een eilandje in Lake Kivu

Lekker zwemmen in het meer!

Lekker zwemmen in het meer!

En toen weer terug, nu gelukkig wind mee.

DSC_0559

Terwijl wij de boot weer aan de kant probeerden te krijgen hadden we aardig wat bekijks van de locals die het vast heel vermakelijk vonden om twee mzungu’s in een lokale kano te zien varen.

Lokale mensen kijken toe hoe wij ons redden in een kano

Lokale mensen kijken toe hoe wij ons redden in een kano

En wij hadden wat zonnebrandplekken van de paar uurtjes in de zon op het meer.

Na vijf dagen ontspannen was het dan tijd voor onze laatste stop in Rwanda: de hoofdstad Kigali.

We houden jullie goed op de hoogte van onze reisavonturen, maar hoe zit het nu eigenlijk met onze emigratieplannen voor Zuid-Afrika? Daarover nu een update.

Het traject voor ons om in Zuid-Afrika te kunnen gaan wonen en werken bestaat uit vier stappen:

  1. Frans moet zijn diploma laten evalueren door de SAQA, de South African Qualifications Authority.
  2. Frans kan vervolgens lid worden van de IITPSA, een soort van overheidsberoepsvereniging voor IT-professionals.
  3. Als Frans lid is, kan hij door hun een ‘critical skills assessment’ laten doen voor zijn vaardigheden, opleiding en ervaring.
  4. Als Frans z’n critical skills erkend zijn, kunnen we de visumaanvraag doen: hij voor een ‘critial skills’ visum en Anneke (tegelijkertijd) voor een ‘accompanying spouse’ visum.

Frans dacht voor stap 1 alles correct en volledig aangevraagd te hebben, begin december 2015. Normaal duurt de beoordeling ongeveer 3 werkweken, maar dankzij de lange kerst- en nieuwjaarsvakantie die ze in Zuid-Afrika genieten, hoorden we de uitslag pas terwijl we al op reis waren. En helaas, de aanvraag werd afgekeurd. Waarom? Omdat Frans een onjuiste checklist had gevonden op internet… Frans waagde er een telefoontje aan om het uit te leggen met het verzoek de kosten hiervoor terug te krijgen, maar nee, daar was geen sprake van. We liepen tegen een muur van bureaucratie aan, met vooral veel standaardantwoorden en onbegrijpelijke regels. En we waren nog maar bij de eerste stap. We realiseerden ons wel: dit gaat een traject met een heel lange adem worden.

Vol goede moed gingen we aan de slag met de juiste checklist. Hiervoor blijken we het originele diploma van Frans (niet een kopie) nodig te hebben. En die lag, jawel, in één van de vele dozen in onze opslag in Amsterdam. Gelukkig hadden we in een helder moment voor vertrek een reservesleutel van de opslag aan Anneke’s ouders gegeven en die waren bereid, met duidelijke instructies, dit diploma op te halen, wat gelukkig heel makkelijk ging.

Inmiddels waren we er ook achter gekomen dat post, zelfs wanneer aangetekend, niet altijd Zuid-Afrika bereikt. Dus wat te doen met het diploma? Deze gaan we, ondanks de hoge kosten, laten opsturen via FedEx: veel betrouwbaarder en veel sneller.

We wilden de aanvraag van stap 1 opnieuw doen, en een vriendin was bereid dit voor ons te doen, terwijl wij op reis zijn. We hadden ook een gewaarmerkte kopie van Frans’ paspoort nodig. Deze kun je bij elke Nederlandse ambassade halen, dus vandaar dat we een tripje naar de ambassade maakten in Kampala. Met nog enkele formulieren hebben we dit (aangetekend) opgestuurd naar Zuid-Afrika, maar na ruim drie weken geeft track-en-trace nog steeds aan dat het pakketje in Kampala ligt… Zucht, de post in Afrika is niet te vertrouwen.

Omdat het allemaal zo moeizaam gaat, hebben we besloten zelf naar Zuid-Afrika te gaan en stap 1 te doen. Daarom vliegen we volgende week, op 12 mei, naar Johannesburg! We kunnen dan alle documenten zelf invullen, regelen en verzamelen, en het pakketje uit Nederland via FedEx zelf ontvangen, en dan alles persoonlijk inleveren bij het kantoor in Pretoria. Zo weten we in ieder geval dat het aankomt.

De drie weken waarin we dan moeten wachten op antwoord, gebruiken we om rond te reizen in Zuid-Afrika en te genieten van wat westerse luxe 🙂 (wat ook één van de redenen is dat we nu graag naar Zuid-Afrika willen). Als dan het positieve antwoord komt, kunnen we ook weer zelf, ter plaatse, stap 2 in gang zetten. De goedkeuring hiervoor laat maximaal een maand op zich wachten. In de tussentijd willen we rondreizen in zuidelijk Afrika. En tot zover onze plannen 🙂 We willen in ieder geval in de regio blijven totdat we voor de visumaanvraag naar Nederland moeten. Maar aangezien onze plannen soms per week veranderen, kan dat ook zomaar anders lopen 😉

 

We pakten een boda boda terug naar Kabale om daar de bus naar Kisoro te pakken, vanwaar het een kleine 10 km naar de Rwandese grens bij Cyanika is. (Er is een grens naar Rwanda vlak ten zuiden van Kabale, maar we wilden naar het noordwesten van Rwanda omdat daar vulkanen zijn.) Halverwege de motorrit besloten de bestuurders een schuilplaats te zoeken, omdat er heel donkere wolken kwamen aandrijven. We zochten ons heil bij een cafétje met uitzicht op het meer. Niet veel later begon het te stortregenen. We bestelden maar wat warms te drinken; die regenbuien kunnen wel even duren. Onze motorrijders boden we ook wat aan en voor dat we het wisten hadden ze twee biertjes van de man achter de bar… dat was niet helemaal wat we bedoelden! We hoopten maar dat het hun rijvaardigheden niet in de weg zou zitten. Na een goed uur was de regen afgenomen tot een niveau dat het weer te doen was om de motorrit te vervolgen.

In Kabale pakten we een shared taxi en wisten voor een kleine toeslag te bedingen dat we met niet meer dan drie mensen op de achterbank zouden zitten; vier is gebruikelijk, ook al is het een gewone passagiersauto, waar dat amper past en zeker niet veilig is. Om te compenseren stopte de chauffeur een extra passagier voorin, dus twee passagiers op de bijrijdersstoel en twee op die van de chauffeur…

De rit naar Kisoro ging op die manier redelijk comfortabel, en daar aangekomen was onze chauffeur bereid om voor iets meer geld door te rijden naar de grens. Ook heel fijn.

Uitzicht op vulkaan vanaf de Rwandese grens bij Cyanika

Uitzicht op vulkaan vanaf de Rwandese grens bij Cyanika

De grens

Bij binnenkomst in Uganda een maand geleden bleek dat de Keniaanse ambassade in Den Haag die ons het East Africa Tourism Visa had verstrekt, een ander idee had bij de geldigheidsduur van 90 dagen van het visum dan de immigratieambtenaar. We hoopten dat het vandaag allemaal goed zou gaan. De Ugandese ambtenaar had ons drie weken in Uganda gegeven, maar na bellen met de Keniaanse ambassade in Den Haag hadden die ons gerustgesteld dat we nog tot mei in Oost Afrika konden blijven op dit visum.

Het verlaten van Uganda ging zonder problemen; één horde genomen. Alleen nog de stempel van Rwanda en we konden gaan. Maar de ambtenaar wees ons op de “valid until 19-04-2016” tekst op ons visum en zei dat het visum niet meer geldig was. We legden uit dat het inderdaad zo lijkt, maar dat de Keniaanse ambassade had bevestigd dat we slechts vóór 19 april Oost Afrika binnen moesten zijn en vanaf dat moment 90 dagen hadden om de drie landen waarin het visum geldig is, te bezoeken. De man hield voet bij stuk.

Dus wij met onze laatste belminuten op onze Ugandese SIM-kaart met de Keniaanse ambassade in Den Haag gebeld. Nu iemand anders aan de lijn dan de vorige keer. En die had wéér een andere interpretatie. Maar ook hij zei dat we niet meer Rwanda in konden komen als de “valid until” datum op het visum was verstreken. Dat zijn eigen ambassade die zo had gekozen zodat het visum in plaats van 90 dagen de facto maar 55 dagen nuttig was voor ons, erkende hij niet.

De moed zakte ons in de schoenen. Het werd er niet beter op toen de Rwandese ambtenaar zei dat we wel voor $30 per persoon een nieuw visum konden aanvragen, maar dat de verwerkingstijd daarvan 3 dagen was. In de tussentijd konden we misschien terug naar Uganda? Maar die zouden ons ook niet binnen laten op het verlopen visum, en hoewel je daar wel meteen aan de grens een visum kan krijgen, kost dat $100 per persoon. Dat zagen we ook echt niet zitten.

We waren boos en wanhopig. Boos op de Keniaanse ambassade die duidelijk een fout had gemaakt en ons tot drie keer toe verkeerde informatie had verschaft. Boos op Afrikaanse ambtenaren en overheidsfunctionarissen die het kennelijk niet eens voor elkaar kunnen krijgen om regels op te stellen voor een gedeeld visum die iedereen op dezelfde manier interpreteert, ambtenaren die geen probleem hebben om ter plekke een uitleg te verzinnen en dat als dé waarheid te presenteren. En boos op de summiere en tegenstrijdige officiële informatie die op hun websites is te vinden. En wanhopig, want wat moesten we nu?

Gelukkig wisten we rustig en beleefd te blijven, waardoor de Rwandese ambtenaar ons welgezind was en met een mogelijke oplossing kwam. Als wij online een nieuwe visumaanvraag zouden doen en direct daarna zouden bellen naar het immigratiekantoor in Kigali, zouden zij wellicht de aanvraag meteen kunnen verwerken. (Zo fijn dat we tijdens kantooruren de grens overstaken!) Met de laatste megabytes op zijn SIM-kaart is Frans naar de Rwandese immigratie website gegaan en heeft, zo goed en zo kwaad als dat ging op een mobiele telefoon, het formulier voor een visum tweemaal ingevuld.

Bellen naar een Rwandees nummer werd lastiger; al onze belminuten waren op. Uiteindelijk konden we een telefoon lenen en na nog een keer van het kastje naar de muur te zijn gestuurd, kwam het goede nieuws: onze aanvragen werden direct verwerkt en we zouden binnen een paar minuten een bevestiging krijgen. Opgelucht haalden we adem toen de bevestiging binnen kwam en voor $60 kregen we beiden de begeerde stempel in ons paspoort waarmee we verder konden!

Toch nog gelukt: in Rwanda!

Toch nog gelukt: in Rwanda!

De minibus naar het plaatsje Musanze waar we een paar dagen zouden blijven was niet duur en vertrok vlot, en binnen een uur stonden we bij ons hotel waar we konden bijkomen van een vermoeiende dag in Afrika.

Musanze

De volgende ochtend konden we rustig aan doen, want vanwege een nationale feestochtend of iets dergelijks waren alle winkels tot in ieder geval 11 uur gesloten. Daardoor deed zich ook een voor Afrika bijzonder fenomeen voor: de straten waren bijna leeg! Ook wel fijn om weer rustig te wennen aan het feit dat het verkeer weer aan de rechterkant van de weg rijdt. Na 2,5 maand waren we eindelijk gewend aan het verkeer aan de linkerkant van de weg. (Als in: niet meer bijna omver gereden te worden als je wilt oversteken.)

Een lege straat in Afrika: ongehoord!

Een lege hoofdstraat in Afrika: ongehoord!

Wel of geen vulkaan?

We waren naar Musanze gekomen om in het Volcanoes National Park, dat vlak bij lag, te gaan wandelen. Wat we ons niet gerealiseerd hadden, is dat daar een flink prijskaartje aanhangt. De toegang van het park is $25 per persoon. Daarnaast ben je verplicht een gids te huren à $50 per persoon. Dan is het ook nog eens niet mogelijk om per minibus of motor bij het wandelpad te komen; daar is een 4×4 voor nodig, waar je ook $80 per dag voor betaalt. Een totaalplaatje van $230 voor ons tweeën dus. Na wat informeren of het goedkoper kon — meer dan een paar tientjes van de prijs af lukte niet — besloten we maar om het te laten. Dit is wel een terugkerende teleurstelling in Afrika. Het continent mag dan arm zijn, en overnachtingen, openbaar vervoer, eten en drinken daardoor erg betaalbaar, voor toeristische dingen zoals nationale parks, lodges, privé-vervoer en tours worden exorbitante bedragen gevraagd die je in meer ontwikkelde landen niet eens tegenkomt, waardoor we heel selectief moeten zijn in wat we doen. Een gemis voor ons, maar minstens zo voor Rwanda, vonden we.

Dus bleef het bij vulkanen bewonderen van een afstand, wennen aan de munteenheid en SIM-kaarten met mobiele data kopen.

Vulkanen

Vulkanen

Aangezien er verder niet veel te doen is in Musanze (tenzij je voor nog meer geld apen wilt zien), trokken we de volgende dag verder naar Lake Kivu.

Opgesloten in een minibus

De reis van Kasese naar Kabale was de meest vermoeiende die we tot dan toe gehad hadden. Het begon goed: op het busstation was een minibus die naar Mbarara zou rijden en vandaar door naar Kabale, zodat we niet over hoefden te stappen. Kosten 40.000 shillings per persoon. Anneke had ook bevlogen onderhandeld dat we pertinent níet met meer dan drie mensen op onze rij wilden zitten. Officieel kunnen en mogen er 14 mensen in een minibusje (drie personen per rij), maar het is niet ongewoon dat er 18 of nog meer mensen in gepropt worden (oftewel vier of vijf personen op drie stoelen). Dan zit je dus half op iemands schoot, tegen een raam aangedrukt, of met je linkerbil in de gleuf tussen twee stoelen. Absoluut niet fijn en zeker niet voor een reis van 5-6 uur. Ook gaven we aan pas te willen betalen als we aankwamen. We waren inmiddels door de wol geverfd.

Aangekomen in Mbarara waren we de enige twee mensen die nog over waren in de bus. De chauffeur besloot niet verder te rijden, dus wij betaalden hem de helft van de afgesproken prijs voor dit stuk van de reis en werden naar een andere minibus geëscorteerd die wel naar Kabale zou gaan. Ook deze minibus was nog bijna leeg. En bleef dat het komende uur ook.

Het ging regenen. Stortregenen. De druppels kwamen harder neer dan dat er mensen de minibus in druppelden. Af en toe zette de chauffeur de motor aan, deed een rondje om het busstation, en zette de minibus omgekeerd op de plek waar die al had gestaan. Nog een uur later waren we nog steeds geen meter opgeschoten. We begonnen langzaam ons geduld te verliezen. Uiteindelijk lieten we de chauffeur weten dat als hij niet nu weg zou rijden, we een andere bus zouden zoeken. Hij smeekte ons om nog tien minuten en we vertelden hem dat hij geen seconde meer kreeg. Tien minuten stapte hij in, startte de motor…. en stapte weer uit. De maat was vol: we pakten onze tassen en stapten uit de minibus. Dat leek effect te hebben. Hij smeekte ons om weer in te stappen; hij zou echt meteen wegrijden. We maakten hem duidelijk dat dit echt zijn allerlaatste kans was. En zowaar, we reden weg, het busstation uit. Eerst nog tanken, natuurlijk. En veel, heel veel, onderweg stoppen om het voertuig vol te krijgen.

Mbarara busstation (foto: Rajab Mukombozi via Daily Monitor)

Op een gegeven moment wou de conducteur iemand op de achterste rij zetten, terwijl we daar al met z’n drieën zaten. Op de andere rijen zaten al vier mensen. We maakten deze man duidelijk dat er niemand bij kwam op onze rij, dat het niet mag van de politie, en ook niet van de verzekering. Hij gaf het op en de nieuwe passagier werd naast vier andere mensen op een van de andere rijen gepropt. Bij elke passagier die vervolgens instapte, de volle bus zag en naar de achterste rij wees, hoorden we de conducteur iets mompelen over mzungu’s. Het kon ons niets schelen.

Het begon al te schemeren toen we Kabale binnen reden. We waren uitgeput van de lange dag rijden en wachten. De chauffeur vroeg iedereen om te betalen. Wij hadden bij de passagier naast ons, die ook van Mbarara naar Kabale ging, gevraagd wat hij betaalde en hij zei 10.000 shillings. Dus wij gaven voor ons beiden 20.000 aan de chauffeur. Hij zei dat het niet genoeg was, dat we 40.000 moesten betalen. Wij zeiden, nee het is 10.000 per persoon, dus 20.000 totaal. Hij was het er niet mee eens, en het briefje van 20.000 werd aan ons teruggegeven. “OK, dan niet,” dachten wij.

Bij het busstation aangekomen stapte iedereen uit; wij als laatsten omdat we op de achterste rij hadden gezeten. En toen gebeurde het. De chauffeur klapte de stoel van de rij vóór de uitgang dicht zodat wij er niet langs konden. We moesten betalen. Ik gaf hem weer het briefje van 20.000. Hij zei weer dat we meer moesten betalen. We hadden een woordenwisseling en probeerden onszelf ondertussen uit de minibus te krijgen. De man begon agressief te worden. Op en gegeven moment deed hij zelfs de deur dicht. Paniek begon zich van ons meester te maken. We schreeuwden door de openstaande ramen dat we gevangen werden gehouden om maar zoveel mogelijk aandacht te krijgen. Uiteindelijk kregen we de deur open en wisten uit de minibus te komen, maar onze grote tassen zaten nog achterin. Frans wist de sleutels uit het contact te krijgen en we probeerden de achterklep open te krijgen, maar het slot werkte niet. De chauffeur pakte de sleutels af en begon weg te rijden met de minibus.

Uiteindelijk wist iemand ons met de chauffeur in het kantoor van de maatschap die de bus opereert te krijgen. Een dame die daar kennelijk de manager was probeerde ons zover te krijgen dat we gingen zitten om het probleem te bespreken. Wij legden uit dat onze tassen nog in de minibus lagen en dat we die terug wilden hebben. Ze zei dat we ze zouden krijgen als we het hadden uitgepraat. Daar legden we ons bij neer.

De vrouw bleek een goed bemiddelaar en probeerde alle feiten op tafel te krijgen. Het bleek dat deze chauffeur aan die van de eerdere minibus geld had betaald om ons als passagiers “over te nemen” en verwachte dat we hem dat geld zouden vergoeden. Daarnaast bleek dat de normale prijs 15.000 p.p. was en dat de man die naast ons had gezeten kennelijk korting had gekregen. Het was de chauffeur van een minibus vrij, legde de manager uit, om te onderhandelen met de passagiers over de prijs en ze de normale prijs, of meer, of minder te vragen. Dat wij meer moesten betalen was omdat wij niet goed hadden onderhandeld. We legden uit dat we überhaupt niet onderhandeld hadden en gewoon verwachtten de normale prijs te betalen, net als iedereen. Ook legden we uit dat we de chauffeur van de eerdere minibus al betaald hadden, dus dat die deze chauffeur ten onrechte om geld had gevraagd, en dat zij dat niet ons probleem moesten maken. Daarnaast maakten we ons ongenoegen over het gedrag van de chauffeur bekend. Ze verontschuldigde zich namens hen, met als verklaring dat chauffeurs niet hoog zijn opgeleid en dus niet goed met dit soort situaties kunnen omgaan. Buiten het kantoor stond inmiddels een behoorlijke menigte het schouwspel gade te slaan.

Uiteindelijk werden we het erover eens dat we de normale prijs van 15.000 p.p. zouden betalen. En na veel aandringen kregen we een halfhartig excuus van de chauffeur: laag opgeleid of niet, zijn gedrag vonden we niet acceptabel. Nog trillend van de schrik en de adrenaline stapten we het kantoor uit, pakten onze tassen, en namen een boda boda naar onze verblijfplaats.

Uitzicht over het meer en onze camping (Overland Resort) aan Lake Bunyonyi

Uitzicht over het meer en onze camping (Overland Resort) aan Lake Bunyonyi

Het was inmiddels donker, en de rit vanuit het dorp naar onze camping, aan het Bunyonyi-meer, duurde nog een half uur, waarvan een deel een flinke heuvel op en vervolgens weer af: met een zware tas op je rug best vermoeiend. De weg was ook niet al te best op sommige plekken, wat niet hielp voor het stress-niveau. Maar uiteindelijk waren we er.

Na ons te hebben geïnstalleerd in de ruime tent die ons onderkomende voor de komende drie nachten zou zijn, hebben we gedineerd met een goed glas alcohol erbij om de zenuwen weer wat te kalmeren.

Lake Bunyonyi

Onze tent aan het meer van Bunyonyi

Onze tent aan het meer van Bunyonyi

Uitzicht vanuit onze tent aan Lake Bunyonyi

Uitzicht vanuit onze tent aan Lake Bunyonyi

Uitzicht over Lake Bunyonyi vanuit onze tent

Uitzicht over Lake Bunyonyi vanuit onze tent (op het enige zonnige moment dat we er waren)

De volgende ochtend konden we pas echt genieten van het uitzicht vanuit onze tent. Een prachtige blik over Lake Bunyonyi. Rond het water vliegen allerlei kleine vogeltjes die je ’s ochtends begroeten met hun gezang.

DSC_0474 DSC_0440 DSC_0435

Moe als we waren van de vorige dag hebben we vooral gerelaxed en het piepkleine dorpje een beetje verkend.

 De volgende dag hebben we een boda boda naar naar een uitzichtpunt gepakt vanwaar we wat meer van het meer en de eilandjes in het meer konden zien: erg mooi!

Uitzicht op Lake Bunyonyi vanaf Arcadia Cottages

Uitzicht op Lake Bunyonyi vanaf Arcadia Cottages

 

Lake Bunyonyi

Lake Bunyonyi met een vulkaan op de achtergrond

Voor de lichaamsbeweging zijn we lopend terug naar onze tent gegaan met bijbehorende mooie uitzichten.

Het meer vanaf een ander uitzichtpunt

Het meer vanaf een ander uitzichtpunt

Uitzicht rond het meer

Uitzicht rond het meer: veel terrassen op de heuvels voor landbouw

Grazende koeien en geiten langs de weg

Bermmaaiers: grazende koeien en geiten langs de weg

We wilden graag een boottocht op het meer maken in een kano, maar het regende het grootste deel van de twee dagen dat we er waren, dus dat hebben we helaas niet gedaan. De volgende dag gingen we op tijd weg om de grens naar Rwanda over te steken.

Bij onze voorbereidingen voor reizen in Oost-Afrika sprong voor Anneke het Rwenzori-gebergte eruit: de hoogste bergketen van Afrika, niet te hoog, met veel en prachtige uitzichten en heel diverse en interessante begroeiing. De Kilimanjaro mag dan wel de hoogste berg van Afrika zijn, maar die staat op zichzelf en is daarmee qua uitzichten en diversiteit minder interessant. Omdat Frans ook van bergen en wandelen houdt, wilden we dus graag gaan wandelen in deze bergen. Nu is het helaas zo dat als je daar maar 1 dag gaat wandelen je niet zoveel ziet, omdat het pas op grotere hoogte interessant wordt. De standaardwandeling is 6 dagen, waarbij je een heel circuit aflegt en eventueel de hoogste piek kan beklimmen. 6 dagen op grote hoogte wandelen onder primitieve omstandigheden in het regenseizoen (dus soms knie-diep in de modder) leek ons niet erg verstandig. Gelukkig is er ook een 3-daagse tocht, waarbij je iets minder hoog gaat, maar nog wel het e.e.a. aan begroeiing en uitzichten ziet. Na veel wikken en wegen (wandelen in Oost-Afrika is niet goedkoop) en de verschillende opties overwegende, besloten we de 3-daagse Mahoma-wandeling te doen met dezelfde gids als waar we eerder mee naar de kratermeren waren geweest: we kenden hem inmiddels, hij is niet zo’n leuteraar als sommige gidsen, en zijn prijs zat behoorlijk onder die van andere aanbieders.

Dag 1

Afrikaanse "organisatie" aan het werk

Afrikaanse “organisatie” aan het werk

De planning was: om 8 uur weg uit Fort Portal, 9:30 aankomen bij het begin van de wandeling, 10 uur gaan lopen. Nu weten we inmiddels dat je een Afrikaanse planning niet al te letterlijk moet nemen. Het was uiteindelijk na 11 uur toen we bij het UWA-kantoor aankwamen waar we onze ranger-met-geweer (het kan zijn dat je onderweg agressieve bosolifanten tegenkomt en die moeten met geweer worden afgeschrikt) en porters (draagjongens) aantroffen. Het was iets voor twaalven toen we konden gaan wandelen.

De start van onze wandeling

De start van onze wandeling

Onze spullen voor de overnachting lieten we achter; die zouden de porters onderling verdelen en samen met alle andere spullen — kookwaar, eten — naar boven dragen. Ze lopen sneller dan wij, dus ze zullen ons inhalen en eerder aankomen dan wij, werd ons verzekerd.

Porter aan het werk -- ze dragen tot 30kg(!) per persoon

Porter aan het werk — ze dragen tot 30kg(!) per persoon

Na het inpakken van de lunch begonnen we aan de hike. De eerste etappe zou ons brengen van 1600m naar bijna 2700m hoogte. Dat ging, na een kort stuk vlak lopen, voornamelijk met een lange aaneenschakeling van haarspeldbochten. Niet het leukst om te lopen, maar de uitzichten die we af en toe hadden maakten veel goed. We liepen voornamelijk door bos: niet heel veel mooie uitzichten, maar wel heel veel schaduw, wat erg fijn was.

Eerste stuk van de wandeling

Eerste stuk van de wandeling

Mooie uitzichten

Mooie uitzichten

In het dal de Mubuku-rivier

In het dal de Mubuku-rivier

We maakten goed vaart en rond 16 uur bereikten we het Omuka Kizza kamp waar we de nacht zouden doorbrengen. En net op tijd, want de lucht trok dicht, het werd donker en het begon te stortregenen. De porters, die eerder dan wij zouden aankomen en een vuurtje zouden beginnen en beschutting tegen de regen zouden opzetten, waren nog onderweg. Dus wij maar wachten onder het afdakje van het toiletgebouw (met bijbehorende luchtjes). Met de regen werd het ook heel koud, dus we stonden te bibberen. Overigens had dit kamp geen stromend water. Sanitair was dus een hurktoilet, wassen deed je met vochtige doekjes, tanden poetsen met een fles water en handen schoonmaken met desinfect…

Schuilen voor de regen

Schuilen voor de regen

Een goed uur later kwamen de eerste porters aan. De porter die het zeil zou brengen voor de provisorische party-tent was echter later vertrokken, dus daar moesten we nog op wachten. Rond 18 uur hadden ze een vuurtje aan de gang en stond de Afrikaanse partytent. Rond die tijd stopte het ook met regenen, zodat wij onze tent konden opzetten.

Kamp opzetten in de regen

Kamp opzetten in de regen

Frans is gaan liggen en is vanwege migraine die avond, behalve om z’n tanden te poetsen, de tent niet meer uitgekomen. Anneke heeft genoten van een op een vuurtje bereide groente-curry en had interessante gesprekken met de gidsen bij het kampvuur.

Koken op een vuurtje

Koken op een vuurtje en houtskool

Dag 2

De volgende dag zou de langste dag worden. Eerst verder omhoog klimmen naar Lake Mahoma, op ruim 3000 meter. Dan door naar het Nyabitaba-kamp waar we de tweede nacht zouden doorbrengen. De dag begon helder, waardoor we, als er een uitzichtpunt was in het bos, konden genieten van bergpieken.

De Portal Peaks

De Portal Peaks

Al gauw bereikten we onze tweede “vegatation-zone”, de bamboe-zone. De klim was behoorlijk zwaar, en we konden voelen dat we inmiddels rond de 3000 meter aan het lopen waren: minder zuurstof, dus eerder moeie benen.

In de bamboe-zone

In de bamboe-zone

Even een bamboe-blokkade opruimen...

Even een bamboe-blokkade opruimen…

De route leidde ons over verschillende (lager gelegen) riviertjes, met de bijbehorende drassigheid en serieuze modder. Onze schoenen werden behoorlijk vies, en toen Frans een verkeerde stap zette, zat hij bijna tot aan z’n knieën in de modder. Het laatste uur vóór de lunch leidde door een drassig gebied met minder hoge begroeiing: een klein stukje “heather-zone”, met o.a. uit de kluiten gewassen heide. De begroeiing was wel heel bijzonder! Alsof je in een andere wereld kwam.

In de heide-zone

In de heide-zone

Door een modderig stuk

Door een modderig stuk

Modderig maar mooi!

Nat maar mooi!

DSC03599

Toen we aankwamen bij het Mahoma-meer, waar we ook zouden lunchen, begon het net te regenen. De porters zetten weer een schuiltent voor ons op zodat we onze lunch droog zouden kunnen eten en begonnen het eten voor de lunch te koken. Ondertussen zijn we naar het meer gelopen voor wat foto’s. Het meer wordt omringd door bergen, maar die kun je vanwege de bewolking niet zo goed zien…

Lake Mahoma

Lake Mahoma

Lake Mahoma

Lake Mahoma

Na een zware ochtend konden we een warme maaltijd goed gebruiken!

Lunch bij het Mahoma-meer

Lunch bij het Mahoma-meer

De regen hield op, onze buikjes waren weer vol en we konden er weer tegenaan voor de laatste paar uur van de dag.

Uitzicht terwijl we langs Lake Mahoma liepen

Uitzicht terwijl we langs Lake Mahoma liepen

DSC03622

Nog meer bamboe

DSC03625

Uitzicht op bergpieken

DSC_0143

Lol met “lichen”, een soort (korst)mos dat in het bos groeit

DSC03633 DSC_0129 DSC_0146

Eerder dan verwacht kwam het kamp in zicht! Dit kamp had ook een blokhut met tafels en stoelen, zodat we lekker droog konden zitten. En het had stromend water! En een douche, die weliswaar ijskoud was, maar na 36 uur niet te hebben gedoucht kijk je daar niet zo op.

Een douche!

Een douche!

Dag 3

De volgende ochtend hadden we vanaf het kamp een prachtig uitzicht van de opkomende zon over de Portal Peaks.

Portal Peaks

Portal Peaks

De laatste etappe was maar een paar uur lopen en grotendeels bergafwaarts. We kruisten twee rivieren, de Mahoma en de Kyoho, via een tweetal hangbruggen.

DSC03696

DSC_0317

Wandelen langs de rivier

Wandelen langs de rivier

In het laatste stuk van de wandeling komen kameleons voor en onze gids heeft er een aantal gespot, waaronder de bijzondere kameleon met drie horens.

Kameleon met drie horens

Kameleon met drie horens

Vrouwtjes-kameleon

Vrouwtjes-kameleon

En toen zat het er op! We hadden heel mooie drie dagen gehad, waarbij het afzien best meeviel, en vooral voor Anneke smaakte het naar meer. Wellicht dat ze in het droge seizoen nog een keer het hele 6-daagse circuit gaat doen. We hebben heel veel geluk gehad met het weer, dat we vooral droog konden lopen, genoeg uitzichten hadden, en alleen tussendoor wat buien hadden!

Gehaald!

Gehaald!

Gehaald!

Gehaald!

In de gietende regen en vervolgens hete zon reden we naar het warme en droge Kasese waar we nog twee nachten in een comfortabel hotel hebben doorgebracht om bij te komen, een uitgebreide douche te nemen en onze kleren te (laten) wassen.

Vanuit Kampala namen we een bus naar Fort Portal. Fort Portal is een prettige, niet al te grote plaats met een handige ligging voor als je kratermeren wilt bezoeken, chimpanzees in het wild wilt zien en wilt genieten van uitzicht op de Rwenzori bergen. Qua hotels en restaurants hebben ze ook genoeg aanbod. We vonden een rustig, niet duur hostel, met warme douches en prachtig uitzicht, waarvan de winst naar een weeshuis gaat; prima dus!

Uitzicht op de Rwenzori bergen naast ons hostel

Uitzicht op de Rwenzori bergen naast ons hostel

Uitzicht vanuit ons hostel

Uitzicht vanuit ons hostel

We aten elke dag bij een heel erg goed restaurant, met – hoe kan het ook anders – Nederlandse eigenaren: grote porties, goed op smaak, veel variatie en fijne prijzen. En ze maakten hun eigen melkproducten van lokale melk: echte goede kaas (heerlijk op pizza en in lasagne!), yoghurt en kwark. Genieten! Hadden om die reden wel altijd in Fort Portal willen blijven 😉

Chimpanzees

De eerste dag gingen we op weg naar Kibale Nationaal Park: een regenwoud-park waar chimpanzees in het wild wonen. ‘Wild’ is enigszins relatief: wilde chimpanzees rennen heel hard weg voor mensen, maar deze waren getraind om dat niet te doen. Verder leven ze geheel als wilde dieren. Omdat het nu regenseizoen is, regent het elke dag wel, maar meestal is het grote delen van de dag droog. Echter niet de dag waarop wij urenlang door het bos moesten lopen op zoek naar chimpanzees…het regende de hele middag. Maar niet getreurd, we hadden er heel veel zin in, Anneke was weer hersteld van haar buikloop, en de kans om chimpanzees te zien was bijna 100%, dus we gingen vol goede moed op weg.

Op zoek naar chimpanzees

Op zoek naar chimpanzees

En we werden beloond! We hoorden de chimpanzees eerst: erg indrukwekkend! En vervolgens zagen we ze boven in een boom zitten eten. Gaaf!

Fruit-etende chimpanzee in boom

Fruit-etende chimpanzee in boom

Chimpanzee hangt in boom

Chimpanzee hangt in boom

Na enige tijd kwamen ze naar beneden en verplaatsten ze zich over de grond. We volgden er één en toen begon de echte ’trekking’: door struikgewas, over niet-bestaande paden, in de stromende regen, en flink doorlopen om hem niet kwijt te raken!

Achter de chimpanzees aan

Achter de chimpanzees aan

Op een gegeven moment ging de chimpanzee op de grond zitten eten. Toen konden we heel dichtbij komen en hem goed bekijken (en hij ons). Echt een heel bijzonder moment om maar een paar meter naast een wilde aap te staan en te kijken naar een dier waarmee we 98% van onze genen delen 😉

Etende chimpanzee in de struiken

Etende chimpanzee in de struiken

Chimpanzee die naar ons kijkt

Chimpanzee die naar ons kijkt

Het had zo erg geregend dat ze weg terug veranderd was in een moddermassa. We kregen een lift van een vrachtautootje met vierwielaandrijving, maar die had er af en toe ook moeite mee. We snappen nu wat ze bedoelen als ze zeggen dat sommige wegen in het regenseizoen onbegaanbaar worden!

Vrachtauto die niet meer goed op de (modder)weg kan komen...

Vrachtauto die niet meer goed op de (modder)weg kan komen…

Kratermeren

De volgende dag was het weer gelukkig beter (en ging het pas in de loop van de middag regenen). We besloten naar de kratermeren te gaan. In de omgeving van Fort Portal bevinden zich tientallen kleine kratermeren die heel pittoresk zijn en er is ook een uitzichtpunt waarvandaan je meerdere meren, Kibale Nationaal Park en Lake Albert met daarachter Congo kan zien. We hebben gewandeld langs verschillende meren en zijn met de auto langs wat andere meren gereden.

Wij bij het eerste kratermeer

Wij bij het eerste kratermeer

Wandeling met mooie uitzichten

Wandeling met mooie uitzichten met links de Rwenzori bergen

DSC03475

Twee kratermeren met daarachter Kibale NP

Wij bij een van de vele kratermeren

Wij bij een van de vele kratermeren

Lake Albert en Congo erachter

Lake Albert en Congo erachter

Tijdens de wandeling langs de meren

Tijdens de wandeling langs de meren

Interessante begroeiing bij een kratermeer

Interessante begroeiing bij een kratermeer

 

De busreis van Masindi naar Kampala begon met gebed. Van alle landen waar we tot nu toe geweest zijn, lijkt het christendom in Uganda het meest verweven met de cultuur: het is niet ongewoon dat als je iemand belt, de wachtmuziek een christelijk lied is; of dat er bijbelteksten op een bus of een huis geschilderd staan. Een vrijwilligster van de reizigers leidde het gebed, en toen kon iedereen instappen. Met de staat van de wegen in Uganda en de manier waarop sommige weggebruikers rijden, kon wat hulp van boven ook nooit kwaad, dachten we.

Lees verder

Vanuit Kotido wilden we verder naar het noorden, naar Kidepo Nationaal Park. We wisten dat er openbaar vervoer zou gaan tot de plaats vlak voor het park, maar vanaf daar was het onduidelijk of we naar het park zouden kunnen reizen. (Ja, we hadden Maralal nog vers in ons geheugen, maar toch wilden we het proberen.) Terwijl we bijna zouden vertrekken met de ‘shared taxi’ naar Kaabong, liet onze host van het gasthuis ons weten dat er twee Nederlanders met eigen auto en chauffeur ‘in town’ waren en op het punt stonden te vertrekken naar Kidepo NP! Dus wij er op af, en ja, we mochten meerijden voor een heel redelijk bedrag! Het bleken een artsenvader en -zoon te zijn, waarbij de zoon een coschap in Uganda had gedaan, en we hadden onderweg leuke gesprekken.

Lees verder

We waren in Uganda! OK, behalve het feit dat de nummerborden er wat anders uitzien en de matatu’s blauwe strepen hebben in plaats van de wat wildere versieringen in Kenia kan je het verschil niet zien, maar toch… Het had ook wel even geduurd. Die ochtend waren we uit het Kakamega-bos vertrokken achterop op twee motorfietsen met onze baggage vastgebonden (met de hier alomtegenwoordige snelbinders die eigenlijk gewoon strookjes versleten autoband zijn). En middels drie verschillende matatu’s kwamen we aan in Malaba, het grensdorp. En daar begon het circus.

Lees verder