Vanaf Sesriem reden we naar de Naukluft Mountains. Omdat we langs een wijngaard kwamen (één van de drie die Namibië heeft!) hebben we daar een korte stop (met wijn en kaas) gemaakt.
Naukluft Mountains
De Naukluft Mountains zijn een wat minder bekende en populaire bestemming, maar erg mooi en je hebt er veel mogelijkheden om te wandelen – en daarbij wilde dieren te spotten (wij zagen een kudu van heel dichtbij, en een heleboel baboons). De eerste nacht was erg rustig, behalve een bezoekje ’s ochtends van een baboon die onze kampeerplek grondig doorzocht op eten. Het auto-alarm schrikte hem af 🙂 Wij kozen voor een wandeling die 7 uur zou moeten duren, en langs een rivier, door een droge rivierbedding en over een berg liep. Vanwege de slechte bewegwijzering, waardoor de we regelmatig omliepen, duurde de wandeling uiteindelijk 9 uur. Gelukkig kwamen we onderweg een leuk Zwitsers-Canadees stel tegen, wat heel gezellig was en hielp, omdat vier paar ogen meer zien dan twee.
Swakopmund
Vanuit de Naukluft Mountains reden we in één dag naar Swakopmund, een plaats aan de kust. Wederom een lange dag vol mooie uitzichten, en een bezoek aan een heel lekkere bakkerij (met dank aan de Duitsers!) van Namibië, midden in de woestijn.
In Swakopmund hebben we, behalve een wandeling door het stadje, uit eten gaan en boodschappen doen, een ‘Living Desert’ tour gedaan: de woestijn in op zoek naar levende wezens, zoals vogels, kevers, slangen, schorpioenen, gekko’s en hagedissen. Daarnaast werd ons ook van alles uitgelegd over het ontstaan en de ontwikkeling van de woestijn en de verschillende kleuren zand.
Spitzkoppe
Vanaf Swakopmund rijden we via de Skeleton Coast naar Spitzkoppe. De kust heet zo omdat deze heel ruig is en er veel schepen zijn gestrand.
Spitzkoppe bestaat uit een paar heel grote rotsformaties die uit het – verder vlakke – landschap steken. Voor ons één van de hoogtepunten, omdat het ontzettend mooi (en heel rustig) was. De camping waar we verbleven was heel basic (geen stromend water) met de dichtstbijzijnde buren 100 meter verderop. Prachtig!
Etosha Nationaal Park
Vanaf Spitzkoppe reden we, via een korte stop in Outja (waar we genoten van een camping met zwembad en een heerlijke Duitse bakery) naar Etosha Nationaal Park. Etosha is een park in het noorden van het land en bestaat grotendeels uit een enorme zout(water)pan die het grootste deel van jaar droog staat, met daaromheen ‘groen’. Het park is berucht om het (witte) stof dat werkelijk overal op en in gaat zitten. De reden dat mensen hier toch naartoe gaan (en wij ook) is dat er heel veel wilde dieren wonen, die je goed kunt bekijken vanaf één van de vele ‘waterholes’ waar ze komen drinken. En het landschap is ook best bijzonder. En omdat het warm was, konden we bij onze camping ook genieten van het zwembad. ’s Ochtends een wild drive door het park, ’s middags relaxen bij het zwembad en ’s avonds picknicken bij het watergat; prima dagbesteding!
Naar Windhoek
Vanaf Etosha reden we in twee dagen naar Windhoek. We maakten een stop bij de grootste meteoriet ter wereld in Hoba. Anneke had iets groters verwacht, maar het was wel een unieke ervaring.
Ook stoppen we bij de derde wijngaard in Namibië, en de leukste wijngaard die we ooit bezocht hebben! Helemaal niet toeristisch, midden in een groen, zonnig dal, familiebedrijf met vader & zoon die met veel passie wijn maken, waar wij totaal onverwachts op de stoep stonden maar wat geen enkel probleem was, er vier flessen opengingen en ook best op mochten, en we de lekkerste shyrah van zuidelijk Afrika proefden! Met veel plezier en na een paar uur kletsen en drinken kochten we een aantal flessen.
In Windhoek, waar we een paar dagen verbleven, genoten we weer van de luxe die een stad te bieden heeft: een mooie kamer in een gezellig hostel met leuke andere reizigers, grote supermarkten, lekkere eetgelegenheden. We deden een stadstoer en rustten uit bij het zwembad.
Vanaf Windhoek reden we naar een plaatsje vlakbij de grens met Zuid-Afrika, via onze laatste grindweg (in Namibië).