Het is al weer even geleden dat we in Namibië waren (22 juni tot 6 juli), maar omdat het zo’n ontzettend mooi land is, willen we we jullie de foto’s niet onthouden. Enjoy!
Naar Namibië
De rit van Kaapstad naar Namibië duurde iets langer dan gepland: ruim 12 uur, dankzij wegwerkzaamheden, een zoektocht naar eten en een ingewikkelde grensovergang. Maar het was wel heel mooi en bijzonder, omdat we enorme veranderingen in het landschap zagen: van zeer groen, bewoond, vochtig en koud naar zeer droog, onbewoond, zonnig en warm (in ieder geval overdag).
We moesten het laatste stuk, toen de asfaltweg ophield te bestaan, in het donker rijden. Voordeel: de zonsondergangen zijn fantastisch mooi en daar konden we dus optimaal van genieten, omdat we omringd werden door niets anders dan woestijn.
Fish River Canyon en omgeving
Fish River Canyon is de Grand Canyon van zuidelijk Afrika, dus daar moet je een keer geweest zijn. Midden in de woestijn, in het zuiden van Namibië, heeft de rivier een enorme canyon gecreëerd.
Wij verbleven ‘vlakbij’ (1,5 uur rijden), bij Ai/Ais hot springs. De hot springs bestonden vooral uit een lauwwarm zwembad, maar de camping was prima. In Namibië hebben we heel veel gekampeerd, omdat de natuur prachtig is en je er zo meer van kunt genieten, het nooit regende, accommodatie in de parken heel duur was en kamperen heel betaalbaar, en we dan beter konden bbq-en 😉 Een tent en slaapspullen hadden we bij ons, maar gedurende de reis hebben we iets meer (kook-)kampeerspullen gekocht.
De weg tussen de Canyon en onze camping was prachtig.
Klein-Aus Vista
Vanuit Ai/Ais reden we, via de Oranje Rivier, naar Klein-Aus Vista. Langs deze rivier, die nooit droog staat omdat het water vanuit Drakensberg komt, worden druiven verbouwd. Omdat dit de warmste plek is op het zuidelijk halfrond worden hier altijd 2-3 weken eerder de druiven geplukt dan op de rest van het zuidelijk halfrond. De eerste (verse en dure) druiven die wij dus in ons voorjaar in NL in de schappen hebben liggen, komen hier vandaan (per vliegtuig). De man die dit verzonnen heeft is miljonair. De woningen van de plukkers van de druiven laten zien dat de plukkers dat niet zijn.
De camping bij Klein-Aus Vista is prachtig en we gaan voor het eerst braaien op hout! (Met wat hulp van een zeer behulpzame Zuidafrikaan. En bbq-spullen konden we lenen van een overland groep.) Elke zichzelf respecterende camping in Namibië verkoopt hout en vlees, en elke campingplek heeft een braai, dus braaien kan altijd 🙂
De volgende dag hebben we vanaf de camping een prachtige wandeling gemaakt.
Vanaf Klein-Aus Vista reden we richting Lüderitz, aan de kust. Onderweg lopen ‘wilde’ paarden rond. Achtergelaten door de Duitse militaire kolonisten aan het einde van de eerste wereldoorlog en verwilderd. Omdat het de laatste jaren te droog is, hebben de paarden te weinig te eten en worden ze bijgevoerd, omdat ze anders zouden uitsterven. Dat maakt dat de paarden niet meer zo wild zijn 😉
Lüderitz en Kolmanskop
Lüderitz is een plaatsje aan zee, met duidelijk Duitse roots, en we hadden drie redenen om hier te zijn: een supermarkt, de zee zien, en naar Kolmanskop, een verlaten diamantmijnstadje. Als bonus zagen we ook nog flamingos en verbleven we in een relaxed hostel.
In het begin van de 20e eeuw werden er voor het eerst diamanten gevonden in het zuidwesten van Namibië. De Duitsers waren toen de ‘eigenaars’ van het land en hebben in een paar jaar tijd heel erg veel geld verdiend, omdat de diamanten letterlijk voor het oprapen lagen (ze zeiden dat je ze ’s nachts bij maanlicht kon zien schitteren) en omdat het allergrootste deel juwelen-kwaliteit had (in tegenstelling tot de meeste diamanten die alleen industrieel worden gebruikt). Daarom werd vlakbij Lüderitz, zo’n 10 km landinwaarts, midden in de woestijn, een diamantstadje gecreëerd om de diamanten te verwerken. Hier woonden rijke mensen, dus er werden grote huizen gebouwd, een entertainment zaal, een bowlingbaan, een groot ziekenhuis, een zwembad (met water dat uit zee aangevoerd moest worden), een ijsmakerij (voor de koelkasten), een tram (zodat de mensen niet van hun huis naar de winkels hoefden te lopen) en allerlei winkels, en men consumeerde elke dag kaviaar, champagne en andere uit Europa aangevoerde delicatessen. Drinkwater was op rantsoen omdat het van 200 km ver moest aangevoerd worden (eerst over zee en daarna nog over land). Na een paar jaar, met het aanbreken van de Eerste Wereldoorlog en daarna kwijtraken van het land aan Zuid-Afrika, kwam er een einde aan dit stadje en sindsdien wordt het (deels) overwoekerd door de woestijn, met overal zand. Dit maakt het een zeer fascinerende plek om te bezoeken!
Namib woestijn
Na Lüderitz was het weer tijd voor een aantal dagen natuur en middle of nowhere en gingen we richting de Namib woestijn. We reden in één lange dag naar Sesriem, met wederom prachtige landschappen en veel grind en zand. (We namen een weg die net iets buiten de gebaande wegen lag (letterlijk) en af en toe behoorlijk zanderig was. Eén keer kwam het zand zelfs tegen de onderkant van de auto aan en konden we alleen maar heel hard hopen dat we niet stil kwamen te staan en bleven we dus vooral rustig gas geven…)
Onderweg zijn we nog gestopt bij een kasteel dat zo’n 100 jaar geleden door een Duitser gebouwd is. Wederom net alsof je je in Duitsland waant, ware het niet dat ze het gras continue moesten besproeien…
’s Avonds hadden we een mooi plekje op de camping in Sesriem.
Sossusvlei
Sossusvlei is de bekendste attractie van Namibië en een absoluut hoogtepunt van elk bezoek aan zuidelijk Afrika: een heleboel, ontzettende grote, in allerlei kleuren zandduinen bij elkaar. Dus wij stonden vol enthousiasme voor zonsopgang op (in de bijna-vrieskou) om het spektakel van de zonsopgang over de duinen te aanschouwen, en ook nog een duin te beklimmen.