Vanuit Kotido wilden we verder naar het noorden, naar Kidepo Nationaal Park. We wisten dat er openbaar vervoer zou gaan tot de plaats vlak voor het park, maar vanaf daar was het onduidelijk of we naar het park zouden kunnen reizen. (Ja, we hadden Maralal nog vers in ons geheugen, maar toch wilden we het proberen.) Terwijl we bijna zouden vertrekken met de ‘shared taxi’ naar Kaabong, liet onze host van het gasthuis ons weten dat er twee Nederlanders met eigen auto en chauffeur ‘in town’ waren en op het punt stonden te vertrekken naar Kidepo NP! Dus wij er op af, en ja, we mochten meerijden voor een heel redelijk bedrag! Het bleken een artsenvader en -zoon te zijn, waarbij de zoon een coschap in Uganda had gedaan, en we hadden onderweg leuke gesprekken.
En we genoten van de luxe van een ruime zitplek en een vlotte rit, zonder onnodige stops! We werden netjes bij het kamp in het park afgezet 🙂 De omgeving naar het park was wederom prachtig!
Kidepo Nationaal Park
Kidepo is, vanwege de afgelegen ligging, moeilijke bereikbaarheid en lange tijd onveilige omgeving, één van de minst bezochte parken in Afrika. Maar juist daardoor heel puur en rustig, met dieren die niet gewend zijn aan auto’s en mensen, en het is tegelijkertijd ontzettend mooi! Het park heeft niet een grote dichtheid en diversiteit aan dieren, maar wel de grootste kudde buffalo’s (ter wereld), leeuwen en andere katten (die je niet zo makkelijk ziet), en veel verschillende grazers. De omgeving is ook prachtig; het ligt in een soort vallei omringd door bergen. Omdat het bij aankomst flink regende, was het licht na de regens schitterend: puur genieten, zelfs zonder dieren! En we konden de bergen van Zuid-Soedan zien.
We konden met de Nederlanders en hun chauffeur mee op safari, wat erg fijn was.
De enorme kudde buffalo’s was erg indrukwekkend, vooral toen ze op ons afkwamen om te ruiken wat dat grote, bewegende gevaarte (auto) toch was.
Verder hebben we veel ‘grazers’ gezien.
En het hoogtepunt waren vijf leeuwen, waarvan twee jongen! De moeder en haar broer waren heel relaxed, maar de jonge leeuwen vonden de auto toch wel een beetje eng. Officieel mag je niet van de weg af, maar omdat er een ranger bij ons in de auto zat, bleek dat geen probleem en kon de auto direct naast de leeuwen geparkeerd worden 🙂
En ’s avonds een prachtige zonsondergang met ’s nachts de allermooiste sterrenhemel.
We moesten het park ook weer uit en konden eventueel met de Nederlanders meerijden, maar dat betekende een extra dag (en een extra 40 dollar p.p.) in het park, dus we hebben iedereen die er was gevraagd of ze misschien de volgende ochtend het park zouden verlaten. En jawel, een Duits stel met hun zoon, en hun chauffeur, vonden het goed dat wij de volgende dag met hen mee zouden rijden naar Kitgum, vanwaar er weer openbaar vervoer zou gaan. Vanuit Kitgum besloten we richting Murchison Falls Nationaal Park te gaan, maar we kwamen die dag niet verder dan Gulu, een aardig plaatsje met goedkope hotels en een heerlijk westers restaurant met lekkere pizza’s en salades 🙂
Murchison Falls Nationaal Park
Ook Murchison Falls heeft geen openbaar vervoer het park in, maar in het noorden wel tot aan de gate. Dit was ons in ons hotel in Gulu verteld, dus dat bleek een goede stop. We konden een matatu naar Pakwach nemen en vandaar konden we naar de gate lopen en dan hopen op een lift het park in… Het laatste stuk in de matatu rijd je langs het park en we zagen verschillende antilopes en meerdere olifanten, vlak naast de weg! Zo dichtbij hadden we olifanten nog niet gezien en dit was op de openbare weg buiten het park; helemaal gratis! Eén olifant was de weg overgestoken (en dus buiten het park beland) en genoot van het gras naast wat huisjes…
De wandeling naar de gate was ook een spannende, want dat was vlakbij de gesignaleerde olifant en we konden overduidelijk nijlpaarden horen…die ook zichtbaar werden toen we een bruggetje overstaken.
Murchison Falls staat bekend om, zoals de naam zegt, de watervallen, die heel spectaculair zijn en de grootste waterdruk ter wereld hebben. En dat niet alleen, de watervallen zijn in de rivier Nijl. En er leven veel wilde dieren rondom deze imponerende rivier.
Aangekomen bij de gate, waren we er op voorbereid om een tijdje te wachten tot er een vervoersmiddel langs zou komen. Maar de medewerkers informeerden ons dat we beter toch maar naar binnen konden gaan met gehuurd vervoer, zodat we de rondvaartboot van 14 uur ’s middags zouden kunnen halen, omdat deze in de ochtend niet altijd gaat. Een taxi was duurder dan een motor, dus we besloten de 23 km per motor af te leggen. Er werden er twee opgetrommeld, zodat wij en onze tassen mee konden, maar vlak voor vertrek begaf een van beide het. Omdat de boot toch echt op tijd zou vertrekken, besloten we met z’n tweeën op één motor te gaan en de tassen op een andere motor (die nog uit het dorp moest komen) na te laten bezorgen. De bestuurder was zich er blijkbaar van bewust dat we de boot moesten halen, want hij ging full-speed over de, hier-en-daar erg mulle, weg. Terwijl Frans dacht dat we elk moment onderuit zouden gaan en z’n ogen straks op de weg hield (alsof dat zou helpen), genoot Anneke van het prachtige park vol dieren. Dit deel van het park was vooral grasachtig met bijzondere bomen die eruit staken, en er waren veel (verschillende) antilopes en gazelles, buffalo’s, en een giraf met een jong! Helaas was de rit iets te heftig om foto’s te maken.
We arriveerden ruim op tijd voor de boot en konden zelfs onze rugzakken nog aan zien komen. Frans had zelfs nog tijd om “in the Nile” te staan (dat vond hij heel leuk).
De rugzakken gingen met de veerboot mee naar de overkant, terwijl wij op de Nijl-rondvaartboot stapten, waar we drie uur lang genoten van het boottochtje op de Nijl, met veel dieren en uiteindelijk de waterval. Omdat we de waterval van grote afstand moesten bekijken, was deze lang niet zo indrukwekkend als verwacht, maar de vele dieren in en naast de Nijl maakten veel goed. We zagen kuddes olifanten water drinken, we zagen heel veel baby-krokodillen (die zijn klein!), en heel veel verschillende vogels. En we weten nu waarom Nijlpaarden naar de Nijl vernoemd zijn: we hebben ontzettend veel van deze dieren in het water gezien en ook van heel dichtbij!
En ook allerlei mooie vogels.
Drie uur later werden we aan de overkant van de Nijl afgezet, waar onze tassen netjes op ons lagen te wachten. Vandaar moesten we een kilometer lopen (de berg op) naar het kamp waar we zouden verblijven. Dit kamp had een prachtig uitzicht over de vallei van de rivier en een glas koude, witte wijn (en veel koud water) ging er met veel plezier in na deze hectische en avontuurlijke dag.
De volgende dag moesten we het park ook weer uit. We wilden graag aan de zuidkant het park verlaten, omdat we de noordkant al gezien hadden. We hebben iedereen in het kamp de avond ervoor gevraagd of we eventueel mee konden rijden, maar helaas zonder succes. Dus de volgende ochtend meldden we ons bij de tourist info in het park waar we info konden krijgen en alle auto’s die er langskwamen (welgeteld drie in 1,5 uur) konden vragen of we mee mochten rijden, maar ook dat was zonder succes. Toen toch maar besloten een taxi te laten komen waar natuurlijk niet echt op te onderhandelen was vanwege onze noodzaak… Omdat deze van ver moest komen, zouden we niet op tijd het park uit komen (en dus nog een dag á 40 dollar p.p. moeten betalen), maar de mensen bij de tourist info vonden dit geen probleem, belden met de gate en noteerden op onze bon dat we drie uur later het park uit zouden komen! Reizen in Afrika, waar ze wat soepeler met regels zijn, heeft soms zijn voordelen 🙂 Na urenlang wachten konden we eindelijk op weg het park uit. Omdat we de watervallen nog niet van boven hadden gezien, bood onze chauffeur aan om, weliswaar voor een extra bedrag, hier nog langs te rijden. Na goed onderhandelen toch maar besloten dit te doen en dat was een erg goede keuze! Hier konden we de waterval in volle glorie en kracht van dichtbij bekijken.
Na een best lange rit kwamen we aan in Masindi, vanwaar we de bus naar Kampala wilden nemen. Maar de laatste bus was al vertrokken, omdat deze vol was, dus besloten we een nachtje in Masindi te blijven, waarna we de volgende ochtend uitgerust en schoon op de bus naar Kampala stapten. Best een verademing om na lange tijd weer in een ruime, kwalitatief goede bus te zitten en over verharde wegen te rijden op weg naar beschaving!