In Dar es Salam hebben we maar één nacht doorgebracht. Het plan was om de volgende dag naar Arusha te gaan en daar te kijken naar mogelijkheden voor Serengeti safari’s. Maar bij ons hotel stond iemand die ons echt héél graag even wou vertellen wat hij ons kon aanbieden qua safari, dus we besloten om hem tien minuutjes te geven om zijn verhaal te doen. We hadden honger, dus veel langer moest het ook niet duren.

Maar ja, als een Afrikaan eenmaal begint te praten, zeker als hij iets wil verkopen, dan gaat het maar door. En op zich waren we wel geïnteresseerd in een safari en klonk het wel goed. Dus ruim een uur later waren we het eens over een safari en over de prijs en konden we gaan eten.

De volgende dag vroeg op om de bus naar Arusha te pakken, van waar vrijwel alle safari’s naar Serengeti en Ngorongoro vertrekken. Na een nachtje in een karakterloos hotel kon de safari beginnen!

We zaten in een groepje met twee Duitsers die heel gezellig waren. Ons kamp voor de eerste nacht zou zijn in Mto wa Mbu, wat letterlijk “muggenrivier” betekent. De naam was niet geheel ongepast: de muggen waren in staat door kleding heen te prikken. Wat gelukkig meeviel was dat er gewoon al een luxe tent met eigen douche en toilet voor ons klaar stond. Wij hadden gerekend op kamperen met ons eigen tentje, dus dit was echt heel relaxed!

En er was zelfs een zwembad!

Na de lunch was het tijd voor een safari drive rond het Manyarameer.

Lake Manyara

We kwamen eerst hele families bavianen tegen en ook andere apen (velvet monkeys en black-faced monkey).

Toen veel zebra’s, impala’s en wildebeesten (gnoes).

En ook veel vogels, waaronder pelikanen en ooievaars. We vragen ons af of de ooievaar uit het Frankendaelpark bij ons oude appartement in Amsterdam misschien hierheen gaat in de winter 😉

 

Aan het einde van de drive zelfs nog giraffen!

Serengeti

Bij het ontbijt de volgende ochtend maakten we kennis met twee Nederlandse dames die zich aansloten bij onze tour. Zo waren we met z’n zessen het werd het iets krapper in de 4×4, maar wel nog een stukje gezelliger.

We reden naar Serengeti National Park. Om daar te komen rijd je door de Ngorongoro Conservation Area. We zijn even gestopt om het uitzicht over de krater te zien, waar we twee dagen later in zouden rijden.

In de Conservation area lopen kuddes koeien en geiten met Masai herders langs zebra’s en wildebeesten.

In de twee dagen dat we in Serengeti waren hebben we ontzettend veel dieren gezien. Duizenden wildebeesten, honderden zebra’s en gazelles; giraffen, olifanten. We waren allebei al wel vaker naar een wildpark geweest (in Zuid Afrika), maar de hoeveelheid en diversiteit in dieren hier was meer dan we ooit hadden meegemaakt.

 

 

 

 

 

Dit is de tijd van het jaar dat de wildebeesten jongen krijgen, en die hebben we ook kunnen zien.

Ook de wat moeilijker te spotten dieren zijn we tegengekomen: een cheetah, een luipaard en zelfs meerdere leeuwen in een boom (leeuwen die in bomen klimmen komen alleen in dit deel van Afrika voor)!

Ook nog een lekker tafereel met aaseters die een karkas van een zebra of gazelle aan het leegpeuzelen waren.

’s Avonds sliepen we op een camping in het park. De wilde dieren kon je dus gewoon midden in de nacht tegenkomen als je je tent uit ging. Anneke werd door een hyena bekeken terwijl ze naar de WC ging!

De volgende ochtend zijn we vroeg opgestaan voor een game drive.

We reden vooral het het deel van het park waar “kopjes”, kleine heuveltjes, waren. Op die kopjes zagen we dassies en andere dieren. Ook hebben we een dik-dik gezien, een kleine anteloop die alleen in Oost-Afrika voorkomt.

Een groot evenement elk jaar is hier de wildebeest-migratie. Die begint aan het einde van het regenseizoen, over een paar maanden. We zaten nu tussen twee regenseizoenen in waardoor er meer dan genoeg te eten was voor dedieren. We hebben ontelbare hoeveelheden wildebeesten gezien die, af en toe wat panisch als wij eraan kwamen rijden, de weg overstaken op weg naar vers gras.

Na de lunch reden we door naar het Ngorongoro-park.

Onderweg kom je langs een nogal toeristisch Masai-dorp waar je een bezoek aan kan brengen. Leek ons wel interessant, maar ze vroegen $20 per persoon wat we ook weer niet de moeite waard vonden. Uiteindelijk hebben het omlaag onderhandeld naar $10. Hoewel het één en ander nogal geënsceneerd overkwam, krijg je wel een beetje een idee van hoe de Masai wonen. Onze gids vertelde dat ze zes maanden per jaar in dit dorp wonen en de rest van het jaar nomaden zijn. Ook bestaat het diëet van de Masai alleen uit vlees, bloed en melk. We konden ons niet voorstellen dat je dan gezond blijft, maar kennelijk lukt het ze.

Anneke mocht nog even meespringen tijdens een Masai-vrouwen-dans 😉

En ook al was het al zes uur, alle kinderen uit het dorp werden nog even opgetrommeld zodat wij een demonstratie van de school konden krijgen.

Inmiddels was het al laat aan het worden en onze kok begon al een beetje moeilijk te kijken — hij moest nog voor onze groep avondeten koken en daarna de afwas doen, dus hij zag zichzelf waarschijnlijk al niet voor middernacht naar bed gaan. Dus we reden snel door richting Ngorongoro.

En toen zagen we opeens een 4×4 op z’n kop in de greppel liggen. Er kropen een man en een vrouw uit, duidelijk in shock. Het was duidelijk wat er gebeurd was: de man had veel harder gereden dan verstandig op deze grindweg en was na een bocht de macht over het stuur kwijtgeraakt. Op wat schrammen na waren ze OK. De 4×4 daarentegen wat minder. Flinke deuken, een half verbrijzelde voorruit en de airbags waren tevoorschijn gekomen. Uiteindelijk lukte het de groep om de auto weer overeind te krijgen.

Hij bleek ook nog te startten dus uiteindelijk kon hij de greppel gewoon uitgereden worden. Dit hele gebeuren had ook al weer een uur geduurd en inmiddels was het donker en keek de kok echt ongelukkig.

Wij weer door richting Ngorongoro. De chauffeur was wat aan het klungelen met de versnellingen maar we dachten dat dat normaal was. Totdat de wagen tot stilstand kwam en niet meer aangedreven kon worden. Daar stonden we dan, misschien een paar kilometer van de kampeerplaats waar we uit moesten komen, in het donker, met inmiddels flinke honger en een niet werkende 4×4.

Onze gids kon uiteindelijk een collega bereiken die ons en de kok met zijn 4×4 kwam ophalen. Onze wagen werd naar de garage gesleept. Na een minuut of vijf waren we op de kampeerplek, waar een olifant gewoon langs te weg wat blaadjes van een struik aan het eten was. De kok ging eten koken en wij onze tent opzetten.

Het eten smaakte, na zo’n dag en om half 11 ’s avonds, bijzonder goed en we sliepen als een blok. De kok en de gids/chauffeur, hoorden we later, hebben maar twee uur slaap gehad.

Ngorongoro Crater

De volgende ochtend hebben we op ons gemakje ontbeten, want de Land Cruiser moest nog van de garage komen. Maar uiteindelijk konden we dan de Ngorongoro Crater in. We hadden geen idee van de hoeveelheid dieren die we daar zouden zien! Flamingo’s, zebra’s, antilopen, olifanten, wildebeesten, buffalo’s, in bijna ontelbare aantallen.

  

Ook hebben we meerdere keren leeuwen gezien die gewoon naast (of op) de weg lagen.

En tenslotte de zeldzame black rhino!

Volledig verzadigd van dieren-kijken reden we terug naar Arusha waar we nog een nachtje hebben doorgebracht in een relaxed guesthouse alvorens door de reizen naar Moshi.